Na de koolhydraten en de vetten zijn nu ook de eiwitten aan de beurt. Wat zijn dat juist, eiwitten?
Bouwstenen
Eiwitten zijn opgebouwd uit aminozuren. Aminozuren zijn deeltjes die opgebouwd zijn uit koolstof, zuurstof, waterstof, stikstof en zwavel. Dat zijn chemische elementen die je je waarschijnlijk nog herinnert uit de tijd van het middelbaar, wanneer je het hebt over de tabel van Mendelejev. Deze aminozuren gaan zich aan elkaar rijgen tot een lange ketting en gaan zich dan oprollen tot een specifieke driedimensionale vorm. Deze vorm bepaalt welke functie het eiwit in ons lichaam vervult. Een eiwit kan je op deze manier voorstellen:
Er bestaan slechts 20 verschillende soorten aminozuren, maar deze kunnen wel enorm veel verschillende eiwitten vormen. Het soort eiwit wordt bepaald door de hoeveelheid aminozuren, de volgorde van de aminozuren en natuurlijk welke aminozuren er in de keten zitten. De helft van de aminozuren zijn niet essentieel: het menselijk lichaam kan ze zelf aanmaken vanuit andere verbindingen. De overige 10 zijn wél essentieel: ons lichaam kan ze niet zelf aanmaken en dus moeten we ze uit voeding halen. De meest bekende essentiële aminozuren zijn valine, leucine en isoleucine. Vooral de mensen die krachttraining doen, zullen deze wel kennen. Het zijn namelijk BCAA’s (= branched chain amino acids) en worden vaak als supplement gebruikt.
Samengevat
Om even dit (moeilijke) stukje samen te vatten: een eiwit is dus een aaneenschakeling van aminozuren en elk eiwit is anders omdat er andere aminozuren bij betrokken zijn die in een andere volgorde geschakeld zitten.
De functie van eiwitten
Eiwitten zijn letterlijk de bouwstenen van ons lichaam. Ons lichaam zou uit elkaar vallen als er geen eiwitten zouden zijn. Ze hebben 8 verschillende functies in ons lichaam:
1. We hebben ze nodig voor de vertering van onze voeding. We noemen dit soort eiwitten enzymen.
2. Ze zorgen ervoor dat andere stoffen (vb. vetten) in ons lichaam getransporteerd kunnen worden naar de lichaamsdelen waar ze noodzakelijk zijn. We spreken dan van transportproteïnen.
3. Met behulp van stockeringsproteïnen kunnen stoffen zoals ijzer opgeslagen worden.
4. Onze spieren kunnen samentrekken dankzij contractiele proteïnen.
5. Bepaalde eiwitten kunnen je ziek maken: toxinen.
6. Sommige eiwitten beschermen ons, vb. zorgen ervoor dat ons bloed gaat stollen waardoor we niet leegbloeden.
7. Ook hormonen zijn eiwitten.
8. Onze huid, haar, nagels kunnen tegen een stootje omdat ze bestaan uit proteïnen.
Eiwitbronnen
Ik denk dat het ondertussen al wel duidelijk is dat eiwitten onmisbaar zijn in onze voeding. De belangrijkste voedingsmiddelen waaruit je eiwitten kan halen, zijn dierlijke producten: vis, vlees, kaas, melk, eieren, yoghurt, platte kaas. Dit zijn bronnen van hoogwaardige eiwitten. Dat betekent dat deze eiwitten heel goed door ons lichaam worden opgenomen.
Er zijn ook plantaardige voedingsmiddelen die eiwitten bevatten, zoals peulvruchten, noten, granen, koolsoorten…, maar dit noemen we onvolledige eiwitten. Ze bevatten te weinig van enkele essentiële aminozuren én ze worden in mindere mate door het lichaam opgenomen. Daarom is het belangrijk om steeds een combinatie van beide te eten. Voor vegetariërs en veganisten kan dit lastig zijn. Zij moeten goede combinaties maken om zeker geen tekorten te krijgen. Vandaar dat veel vegetariërs gebruik maken van sojaproducten. Soja is een plantaardige bron van eiwitten, maar meteen ook de enige plantaardige bron die tòch een compleet aminozuurprofiel heeft. Met andere woorden, soja levert zowel essentiële als niet essentiële eiwitten.